Bij bijna alle arbeidsongeschiktheidsverzekeraars geldt dat je pas in aanmerking komt voor een uitkering als je voor meer dan 25% je werk niet meer kunt doen. Dit heet de uitkeringsdrempel. Je kunt er bij het sluiten van een AOV ook voor kiezen om deze drempel te verhogen. Je betaalt dan een lagere premie. Kies je bijvoorbeeld voor een uitkeringsdrempel van 80%, dan krijg je pas uitgekeerd als je voor 80% of meer arbeidsongeschikt bent, en dus bijna niets meer kunt. Voordat je een AOV-uitkering krijgt, wordt de mate van arbeidsongeschiktheid bepaald. Dit kan op twee manieren, namelijk op basis van beroepsarbeidsongeschiktheid en passende arbeid.