Je bent arbeidsongeschikt als je door een medische en objectief vast te stellen oorzaak tenminste 25% van je werk niet meer kunt doen. Dat is de maatstaf die we bij a.s.r. hanteren. Deze vuistregel gebruiken de meeste andere arbeidsongeschiktheidsverzekeraars ook.
Een medische oorzaak kan bijvoorbeeld komen door:
- Een ongeval
Als je door bijvoorbeeld een ongeluk of val niet meer in staat bent om te werken of slechts een deel van je werkzaamheden kan doen. - Lichamelijke klachten
Denk hierbij bijvoorbeeld aan een hernia of een gebroken been. Dit kan je in zo’n mate belemmeren dat je niet meer in staat bent om je werk te doen. - Psychische klachten
Als je door psychische klachten je werk niet meer kan uitvoeren, ben je ook arbeidsongeschikt. Dit kan bijvoorbeeld komen door een burn-out of een depressie.
Een arts helpt jou om je klachten objectief en medisch vast te stellen. Doe je een beroep op de AOV-uitkering dan bepaalt een team van deskundigen in overleg met jou of je arbeidsongeschikt bent en in welke mate. Zij beoordelen in hoeverre je niet in staat bent om de werkzaamheden in jouw specifieke beroep of bedrijf uit te oefenen.
Passende arbeid
Soms kun je ook kiezen voor passende arbeid. Dan wordt er niet alleen gekeken of je de werkzaamheden kunt uitvoeren die bij jouw beroep passen, maar ook of je nog ander werk kunt doen dat bij je opleiding en werkervaring past. Je wordt dan minder snel beoordeeld als arbeidsongeschikt, omdat er dus breder wordt gekeken naar wat je nog wel kunt. Ook als je voor passende arbeid kiest, word je in het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid, voor het bepalen van de mate van arbeidsongeschiktheid, wel altijd beoordeeld op basis van je beroep. Je kunt voor passende arbeid kiezen als je verwacht altijd wel aan het werk te kunnen en willen blijven, ook al moet je je werkzaamheden of beroep daarvoor aanpassen. Als je daarvoor kiest betaal je minder premie.
Passende arbeid
Soms kun je ook kiezen voor passende arbeid. Dan wordt er niet alleen gekeken of je de werkzaamheden kunt uitvoeren die bij jouw beroep passen, maar ook of je nog ander werk kunt doen dat bij je opleiding en werkervaring past. Je wordt dan minder snel beoordeeld als arbeidsongeschikt, omdat er dus breder wordt gekeken naar wat je nog wel kunt. Ook als je voor passende arbeid kiest, word je in het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid, voor het bepalen van de mate van arbeidsongeschiktheid, wel altijd beoordeeld op basis van je beroep. Je kunt voor passende arbeid kiezen als je verwacht altijd wel aan het werk te kunnen en willen blijven, ook al moet je je werkzaamheden of beroep daarvoor aanpassen. Als je daarvoor kiest betaal je minder premie.
Passende arbeid
Soms kun je ook kiezen voor passende arbeid. Dan wordt er niet alleen gekeken of je de werkzaamheden kunt uitvoeren die bij jouw beroep passen, maar ook of je nog ander werk kunt doen dat bij je opleiding en werkervaring past. Je wordt dan minder snel beoordeeld als arbeidsongeschikt, omdat er dus breder wordt gekeken naar wat je nog wel kunt. Ook als je voor passende arbeid kiest, word je in het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid, voor het bepalen van de mate van arbeidsongeschiktheid, wel altijd beoordeeld op basis van je beroep. Je kunt voor passende arbeid kiezen als je verwacht altijd wel aan het werk te kunnen en willen blijven, ook al moet je je werkzaamheden of beroep daarvoor aanpassen. Als je daarvoor kiest betaal je minder premie.