Een aantal jaren eerder verloor Jacqueline een dierbare. In plaats van de tijd te nemen om te rouwen, ging ze door op hetzelfde tempo als daarvoor. ‘Totdat de bom barstte tijdens een vakantie, de eerste vakantie in jaren nota bene. Ik kon niks, wilde ook helemaal niks, was heel emotioneel en zag overal beren op de weg. Ik ben toen noodgedwongen een half jaar volledig uit de running geweest om zowel lichamelijk als geestelijk te herstellen. Door het altijd maar door blijven gaan, emoties wegstoppen, de lat heel hoog leggen en perfectionistisch zijn, ben ik letterlijk en figuurlijk mezelf tegenkomen.’
De signalen dat er iets niet goed zat bleven lang onopgemerkt, ook voor haar omgeving. ‘Ik was blijkbaar heel goed in een masker opzetten. Dat zeiden mensen om mij heen achteraf ook. Zelfs mijn man destijds had niks door. Ik had zelf ook niet door dat ik een masker op had, totdat het misging. Dan kijk je terug en besef je eigenlijk pas hoe idioot je bezig was.’ Jacqueline herinnert zich dat ze in haar spaarzame vrije tijd niet meer kon genieten, ontzettend rusteloos en emotioneel was en allerlei vage lichamelijke klachten kreeg. ‘Dat waren duidelijke signalen dat ik te veel stress had, maar toen dacht ik ‘als ik maar door blijf gaan is het er niet’. Toen het er eenmaal uitkwam kon ik niets anders meer dan apathisch voor me uitstaren en om het minste of geringste in huilen uitbarsten. Er kwam niets meer uit mijn handen.’