Toen ik na een ruim uur aangaf dat ik nu toch écht weg moest, en mijn jas al gepakt had, zei hij dat er nog één ding was dat hij me echt nog even moest laten zien. Nou ja, vooruit dan maar. Ik kon goed merken dat hij niet vaak bezoek had en mijn oprechte interesse heel prettig vond.
Ik volgde hem de trap op. Daar haalde hij de vlizotrap tevoorschijn… We gingen naar de zolder! Hij ging me voor en kroop de zolder (die nog geen anderhalve meter hoog was) op. Toen ik mijn hoofd door het trapgat stak en mijn ogen begonnen te wennen aan het donker zag ik pas wat hij me wilde laten zien: zijn verzameling modeltreinen. Hier ben ik het komende half uur nog niet weg, dacht ik.
Het was een hele bijzondere situatie. Zaten we daar, twee volwassen mannen op een hele lage zolder, op de knieën te kijken naar de spoorlijnen. De man vertelde honderduit over de treinen, modellen, hoe hij zijn verzameling had aangelegd… hij was zichtbaar trots.
Toen ik een hele tijd later echt de deur uit liep, was ik weliswaar veel te laat voor mijn volgende afspraak. Maar toch reed ik met een goed gevoel weg. Het was een memorabele afspraak.”