Iemand schreef ooit: geluk is de afwezigheid van verlangen. Leon denkt wel eens aan die omschrijving. Hij heeft het in zijn hoofd vertaald als: je bent gelukkig als je geen wensen meer hebt. Als deze omschrijving klopt, is Leon niet gelukkig. Want hij mist zijn man Bas enorm. In twee maanden was het voorbij. Het leven van Bas, en hun leven samen. Bas was gezegend met een dosis humor, levensdrift en veel empathie. Bas dacht altijd aan anderen. Hij had zelf weinig nodig om gelukkig te zijn.
En toen was daar de onheilstijding en het korte ziekbed. Leon ziet zichzelf nog naast Bas op bed zitten: ‘Het is wat het is, Leon. Beloof me dat je er een leuk leven van maakt straks.’’ En met een knipoog: ‘’Ik zorg trouwens ook nog een beetje voor je als ik er niet meer ben.’’