Ga naar de hoofdinhoud
Home Toekomst Pensioenen impact op het nabestaandenpensioen
man, vrouw, kind, dochter, stel, raam, buiten, huis, knuffel, gezin

Het pensioenakkoord: zo verandert het nabestaandenpensioen

31 augustus 2022

Het pensioenakkoord brengt veranderingen in het nabestaandenpensioen met zich mee. Dit heeft gevolgen voor werkgevers die dit al aanbieden aan hun werknemers, en biedt kansen voor werkgevers die dit nog niet aanbieden. Want het nabestaandenpensioen is binnen het nieuwe pensioenstelsel eenvoudiger, duidelijker en biedt nabestaanden meer financiële zekerheid. In dit blog leggen we de 8 veranderingen aan je uit.

Word pensioenakkoord-proof

Blijf op de hoogte van het nieuwe pensioenstelsel

Lees meer
Wat is het nabestaandenpensioen?

Het nabestaandenpensioen bestaat uit een partnerpensioen en wezenpensioen. Dit wordt uitgekeerd als een deelnemer in de pensioenregeling overlijdt. Met name de dekking bij overlijden voor de pensioendatum verandert in het nieuwe pensioenstelsel. Het nabestaandenpensioen is een onderdeel van de totale pensioenregeling. Als werkgever ben je niet verplicht om het nabestaandenpensioen aan jouw werknemers aan te bieden. Dat was niet zo in de oude situatie en dat is ook niet zo binnen het nieuwe pensioenstelsel. Dit verandert dus niet.

Veranderingen nabestaandenpensioen voor werkgevers

In de Wet toekomst pensioenen, het wetsvoorstel voor het nieuwe pensioenstelsel, wordt het nabestaandenpensioen meer gestandaardiseerd en minder complex. Ook wijzigt de maximale dekking; die wordt hoger. Voor werkgevers die al nabestaandenpensioen hebben toegezegd, veranderen mogelijk de premies. Wat dit exact betekent voor jouw organisatie, hangt onder meer af van de invulling die jij kiest binnen het nieuwe pensioenstelsel. Een pensioenadviseur kan je daar meer over vertellen en de bijbehorende kosten voorrekenen. De verschillen tussen het huidige en nieuwe pensioenstelsel, zetten we hieronder voor je op een rij.

1. Minder risico, minder complex

In de huidige situatie lopen nabestaanden het risico dat het inkomen sterk afneemt als de werknemer overlijdt. Om dat risico vóór de pensioendatum te verkleinen en om het nabestaandenpensioen minder complex te maken, zijn er verschillende veranderingen voorgesteld. De belangrijkste verandering is misschien wel de hoogte van het nabestaandenpensioen. Dat wordt straks standaard een vast percentage van het laatst verdiende salaris. Dit is veel duidelijker dan in het huidige stelsel waar de hoogte afhankelijk is van de diensttijd en het een percentage is van de pensioengrondslag. Het partnerpensioen mag in de nieuwe regeling maximaal 50% van het salaris zijn. Het wezenpensioen mag maximaal 20% van het salaris bedragen. Voor het wezenpensioen geldt een vaste eindleeftijd van 25 jaar.

2. Dienstjaren geen invloed hoogte van nabestaandenpensioen

Ook essentieel is de wijziging omtrent de afhankelijkheid van dienstjaren. In het nieuwe pensioenstelsel is de hoogte van het nabestaandenpensioen diensttijdonafhankelijk. Hoe lang je in dienst bent bij een werkgever heeft geen invloed meer op de hoogte van het nabestaandenpensioen. Werknemers met hetzelfde salaris in dezelfde regeling bij een werkgever hebben een even hoog nabestaandenpensioen. 

3. Risicobasis in plaats van opbouwbasis

De manier waarop het nabestaandenpensioen wordt gedekt, verandert ook. Tot nu toe had je als werkgever de keuze uit opbouwbasis en risicobasis. In het nieuwe pensioenstelsel is het nabestaandenpensioen alleen nog maar op risicobasis. Dat betekent dat het nabestaandenpensioen alleen is verzekerd zolang er sprake is van een dienstverband. Na uitdiensttreding is er geen dekking meer behoudens een aantal uitzonderingen.

4. Geen dienstverband, tóch (tijdelijk) verzekerd 

In het nieuwe pensioenstelsel wordt het nabestaandenpensioen verzekerd op risicobasis. Hierdoor kan het gebeuren dat de nabestaanden onvoldoende verzekerd zijn als de verzekerde op het moment van overlijden niet meer in dienst en ook nog niet met pensioen is. Om dat risico te beperken, is een aantal extra verplichtingen opgenomen in de wet: 
                 

  • Een uitloopperiode van standaard drie of zes maanden; na beëindiging van een dienstverband loopt de dekking van het nabestaandenpensioen standaard nog drie (of zes) maanden door. Zodat de werknemer in die tijd een nieuwe baan kan vinden en de risico’s dan weer gedekt zijn via die nieuwe werkgever. Deze uitloopperiode is maximaal drie maanden en vervalt als het nieuwe dienstverband eerder begint. 
  • Een uitloopperiode tijdens de ZW-periode (Ziektewet) of WW-periode (werkloosheid) voor de dekking van het nabestaandenpensioen als de werknemer direct na het dienstverband in de ZW of WW komt.
  • Mogelijkheid van het voortzetten van het partnerpensioen door de werknemer zelf. Dit kan bijvoorbeeld als hij of zij een sabbatical neemt of als zzp’er verder gaat. Die dekking gaat dan wel ten koste van het opgebouwde pensioenkapitaal.

5. Duidelijkheid over de definitie 'partner'

Het partnerpensioen gaat straks gelden voor alle partners waarbij er een vaste definitie is van het begrip ‘partner’. Dit is de echtgenoot of echtgenote, de geregistreerde partner of de meerderjarige persoon waarmee een gezamenlijke huishouding wordt gevoerd. Aan de gezamenlijke huishouding zijn nog wel diverse voorwaarden verbonden.

6. Standaardisatie in het wezenpensioen

Het wezenpensioen, onderdeel van het nabestaandenpensioen, verandert ook. De standaard wordt dat het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot de leeftijd van 25 jaar. De hoogte van het wezenpensioen is maximaal 20% van het salaris, tenzij er sprake is van ‘dubbele wezen’ waarbij beide ouders niet meer in leven zijn. In dat geval is het wezenpensioen maximaal 40% van het salaris. In verhouding tot de hoogte van het partnerpensioen betekenen die percentages een verdubbeling van het wezenpensioen ten opzichte van de huidige situatie.

7. Al opgebouwd nabestaandenpensioen

Het nabestaandenpensioen dat nu al is opgebouwd, blijft ook na de wijziging van de pensioenregeling in stand. Werknemers die al een flink partnerpensioen hebben opgebouwd en die vlak voor de pensioendatum zitten, laten hun partner bij overlijden voor de pensioendatum, mogelijk een ruim partnerpensioen na.

8. Nog wel Anw-pensioen mogelijk

Doordat het nabestaandenpensioen straks een percentage van het salaris is, is het duidelijk wat de hoogte van het pensioen zal zijn. Dit maakt de pensioenberekening meteen een stuk minder ingewikkeld. Ook kan het alleen nog maar op risicobasis worden verzekerd. Een aanvullend Anw-pensioen (tijdelijk partnerpensioen tot de AOW-datum van de partner) blijft mogelijk in het nieuwe stelsel en kan nog steeds onderdeel uitmaken van de totale pensioenregeling.

Implementatie = maatwerk

Het wijzigen van de huidige pensioenregelingen naar het nieuwe pensioenstelsel moet tussen 2023 en 2028 gebeuren. Uiterlijk op 1 januari 2028 moet de nieuwe pensioenregeling geïmplementeerd zijn. Deze periode lijkt lang maar toch is het goed om al zo snel mogelijk hierover met een pensioenadviseur in gesprek te gaan, ook over het nabestaandenpensioen. Voor elke werkgever is de situatie anders en elke transitie is dan ook maatwerk.

Zo blijf je aantrekkelijk als werkgever

Het pensioen is een van de belangrijkste arbeidsvoorwaarden voor werknemers. De veranderingen die het pensioenakkoord met zich meebrengen bieden jou als werkgever kansen om een goede pensioenregeling, inclusief goed nabestaandenpensioen, aan te bieden. Zo blijf je een aantrekkelijke werkgever in deze ‘war for talent’.

Dit blog is eerder gepubliceerd op12 mei 2022.

Pensioenen

Meer verhalen over Pensioen