Maak zelf een wormenhotel in 6 stappen: makkelijk en duurzaam compost maken

Een wormenhotel is een opeenstapeling van plastic emmers waarin je gft-afval met behulp van tijgerwormen composteert. In de bovenste bak gooi je je afval. In de tweede bak wonen de wormen, die zich een weg naar boven sabbelen. In de derde bak ontstaat de compost waarmee je jouw tuin kan verwennen.

Boor gaten van maximaal 9 mm. zodat de compost blijft liggen, maar de vloeistof - of “wormenthee” - uit de emmer kan stromen. Van dit goedje worden je planten ook heel blij! Het zit namelijk vol voedingsstoffen. Een soort natuurlijke steroïden voor je planten dus. 

Tip: vraag eens bij je lokale cafetaria of ze nog emmers over hebben, dan hoef je er geen te kopen. Dat bespaart geld én je geeft de emmers een nieuw leven.

Leg een steen in de emmer zonder gaten. Plaats daarna één van de overgebleven emmers bovenop de steen. Zo creëer je een reservoirtje waarin de wormenthee opgevangen kan worden. 

Wormen voelen zich heerlijk tussen herfstbladeren. Pas wel op: als de bladeren te droog zijn, gaan je wormen dood. Zorg er dus voor dat je de bladeren goed nat maakt. Wanneer je bladeren voelen als een uitgeknepen natte spons, zit je goed. Dit zijn de perfecte omstandigheden voor wormen. Is het zomer en liggen de bladeren niet voor het oprapen? Stro en stukjes karton voldoen ook!

Zorg dat je de juiste compostwormen hebt. Niet iedere wormsoort is even geschikt. De tijgerworm is dé ideale logé voor je wormenhotel. Deze wormen bevinden zich van nature al in compost. Lekker makkelijk! Als je zeker weet dat je de juiste wormen hebt, is het tijd om ze los te laten in hun nieuwe onderkomen. Leg de compost met wormen in de emmer en mix het met de bladeren. Ook voor de compost geldt: maak het een beetje nat. Daar zijn ze gek op!

Dit wordt je ‘voerbak’, de bak waaruit de wormen eten. Hier stop je dus je gft-afval in. Zorg dat je een deksel voor deze emmer hebt, zodat het niet regent in je hotel. Wormen houden van water, maar ze hebben helaas geen zwemtalent.

In principe mag je je wormen alle soorten gft-afval voeren, zelfs de uitwerpselen van je konijn of cavia. Het enige waar ze iets minder van houden is vet eten en vlees. Leg je afval in je voederbak en voila, klaar is je wormenhotel! Je hotelgasten mogen aan tafel en jij hoeft alleen nog maar het zwarte goud te oogsten. De wormenmest vind je in de middelste bak, de thee in de onderste. Na vier weken kun je langzaamaan beginnen met bijvoeren en begint het proces opnieuw.