Tijdens het fietsen train je vooral je been- en bilspieren. Hieronder vallen je hamstrings, quadriceps, kuitspieren en scheenbeenspieren. Je krijgt er dus een optimaal onderlichaam van! Ben je benieuwd hoe en wanneer je deze aparte spieren het hardst traint? Dat staat hieronder.
1. Bilspieren
Ten eerste train je je bilspieren flink tijdens het fietsen. Maar je zit er toch constant mee op een zadel? Nou, de grootste bilspier (gluteus maximus) is de drijfveer achter de kracht wanneer je het pedaal naar beneden duwt. Belangrijk om te trainen dus!
2. Hamstrings
Ten tweede gebruik je je hamstrings heel veel. Deze spieren lopen aan de achterkant van je bovenbeen. Van heuphoogte tot kniehoogte ongeveer. Deze zijn belangrijk tijdens het fietsen omdat ze actief zijn bij het buigen van je heup en knieën tijdens de trappende beweging die je maakt. Zonder deze spieren is het niet eens mogelijk om te fietsen!
3. Quadriceps
De derde in het rijtje zijn de quadriceps. Dit zijn de spieren in je bovenbeen. Deze lopen aan de voorkant van je bovenbenen naar beneden. Deze zijn erg belangrijk tijdens het fietsen, want ze leveren een enorme hoeveelheid kracht wanneer je het pedaal naar voren en beneden duwt. Zo kan je deze spieren goed trainen wanneer je bijvoorbeeld een heuvel op fietst.
4. Kuitspieren
Ook je kuiten train je erg goed wanneer je fietst. Ze zijn namelijk van groot belang bij het naar beneden duwen van de trappers. Je traint je kuiten het beste wanneer je alleen je tenen op de pedalen zet. Let hier maar eens op! Dan geef je jouw kuiten een extra boost.
5. Scheenbeenspieren
Als laatste gebruik je je scheenbeenspieren heel veel tijdens het fietsen. Je scheenbenen zorgen er namelijk voor dat het pedaal weer terug omhoog komt, en dus in feite dat je je been kunt optrekken om de ronde beweging van het trappen helemaal af te maken. Nogal essentieel voor een fietsritje dus!