De Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen maakt het in de toekomst mogelijk om eenmalig maximaal 10% van je opgebouwde lijfrentekapitaal ineens te laten uitkeren. Het onderdeel ’bedrag ineens’ treedt waarschijnlijk op 1 juli 2024 in werking. Dus bereikt jouw lijfrenteverzekering op of na 1 juli 2024 de einddatum? Lees dan verder.
Je hebt jaren geleden een lijfrenteverzekering afgesloten. Bijvoorbeeld om het opgebouwde kapitaal later te gebruiken als aanvulling op je pensioen. Of omdat je eerder wilt stoppen met werken. Komt het lijfrentekapitaal van je verzekering vrij? Dan is het de bedoeling dat je met dat kapitaal bij een bank of verzekeraar een lijfrente aankoopt die in termijnen een bedrag aan je uitkeert. Over de lijfrentetermijnen betaal je belasting. Daar staat tegenover dat je de premies die je voor je lijfrenteverzekering hebt betaald (onder voorwaarden) kon aftrekken in je belastingaangifte.
Je kunt het lijfrentekapitaal dat op de einddatum van de verzekering vrijkomt in één keer laten uitkeren. Je betaalt dan ook in één keer belasting over het hele kapitaal. Maar je gebruikt het lijfrentekapitaal dan niet waar het eigenlijk voor bedoeld is, namelijk voor een lijfrente die in termijnen een bedrag aan je uitkeert. Daarom betaal je meestal ook een boete (revisierente) aan de Belastingdienst. De revisierente bedraagt 20% van het lijfrentekapitaal en deze betaal je via je belastingaangifte.
Treedt op 1 juli 2024 het onderdeel ‘bedrag ineens’ van de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen in werking? Dan is het vanaf dat moment mogelijk om eenmalig maximaal 10% van het opgebouwde lijfrentekapitaal ineens te laten uitkeren. Met het restant van het lijfrentekapitaal koop je een lijfrente aan die in termijnen een bedrag aan je uitkeert. Over het bedrag dat je ineens laat uitkeren betaal je natuurlijk wel belasting. Net als over de lijfrentetermijnen die je ontvangt. Maar je betaalt geen revisierente.