Bij bijna alle arbeidsongeschiktheidsverzekeraars geldt dat je pas in aanmerking komt voor een uitkering als je voor meer dan 25% je werk niet meer kunt doen. Dit heet de uitkeringsdrempel. Je kan natuurlijk meer dan 25% arbeidsongeschikt zijn, zo zou je ook voor 40% je werkzaamheden niet meer kunnen uitvoeren.
De arbeidsdeskundige overlegt met verzekerde in welke mate hij/zij arbeidsongeschikt is. Bijvoorbeeld: je hebt je been gebroken en kan daardoor niet meer reizen, maar nog wel acquisitie doen en facturen maken. Dan ben je bijvoorbeeld voor 60% arbeidsongeschikt.
Je kunt bij het sluiten van een AOV ook voor kiezen voor een hogere drempel dan 25%. Kies je bijvoorbeeld voor een uitkeringsdrempel van 80%, dan betaal je een lagere premie, maar krijg je pas uitgekeerd als je voor meer dan 80% arbeidsongeschikt bent, en dus bijna niets meer kunt. De volgende staffel wordt gehanteerd: