Hieronder beschrijven we welke spieren er voornamelijk geactiveerd worden tijdens de workout.
Beenspieren: quadriceps
Plié all day! Aan de barre train je jouw quadriceps (bovenbenen). Doordat je veel in plié doet (je buigt je knieën), voel je het in de bovenbenen. Maar ook je bilspieren en je buikspieren blijven niet achter. Je maakt namelijk tijdens veel oefeningen kleine pulses (bewegingen) met je benen, waardoor je ook deze spieren activeert!
Core (stability):
Met ‘core’ bedoelen we je romp: letterlijk het centrum van lichaam. De spieren rondom je core helpen bij het bewaren van je evenwicht. Bij de barre is het dus belangrijk om die core spieren, zoals je buikspieren, goed aan te spannen. Waarom? Omdat je een groot deel van de workout op je tenen zal staan.
De spieren rondom je core zijn alle spieren tussen je middenrif en je heupen. Dus, je rechte en schuine buikspieren, je onderrug en je heupbuigers en -strekkers. Een sterk centrum helpt je bij het bewaren van je evenwicht en verbetert je houding (wanneer je achter je laptopje werkt). Wel zo fijn!
Bilspieren
Bootywork! Door al die plié’s tijdens deze workout worden je bilspieren zeker geactiveerd. Er komen ook oefeningen voorbij als squats op je tenen. En hierbij neem je ook meteen je kuitspieren mee!
Armspieren
Op de momenten dat je de barre niet vasthoudt, helpen je armen bij het bewaren van je evenwicht. Dit wordt al deels gedaan door je buikspieren natuurlijk, maar de armen zorgen voor extra balans. Wil je een stapje extra nemen? Voeg dan gewichtjes toe voor meer intensiteit!