Salderingsregeling wordt afgebouwd: zonnepanelen nog wel rendabel?

Met zonnepanelen wek je stroom op. Een deel van die stroom verbruik je zelf. Wat je overhoudt, lever je terug aan het net. Daar krijg je een vergoeding voor. Maar de zon schijnt niet altijd. En je bent niet altijd thuis. Er zijn momenten dat je energie nodig hebt van je energieleverancier, ondanks dat je zelf ook energie opwekt.

Aan het eind van het jaar kijk je samen met je energieleverancier wat je in totaal hebt verbruikt. En hoeveel je met je zonnepanelen hebt teruggeleverd. Je eigen opgewekte energie mag je wegstrepen tegen je eigen verbruik. Dat noemen we salderen.

Door de salderingsregeling mag je de stroom van je zonnepanelen wegstrepen (salderen) tegen de stroom die je afneemt, tegen hetzelfde tarief. Dat is financieel aantrekkelijk. Maar de overheid is van plan om deze regeling vanaf 2023 af te bouwen.

De overheid wil de salderingsregeling langzaam afbouwen. De plannen kunnen nog veranderen, bijvoorbeeld dat de afbouw een jaartje later ingaat. Volgens het voorstel dat er nu ligt, mag je vanaf 2023 elk jaar iets minder van je opgewekte energie salderen. Dus minder stroom wegstrepen van je eigen verbruik. Die mogelijkheid gaat in stapjes omlaag van 9% per jaar, tot 0% in 2031. Vanaf dan krijg je alleen nog een terugleververgoeding voor je opgewekte stroom. En deze vergoeding is lager in vergelijking met salderen. Je neemt dan energie af voor tarief A en levert terug voor tarief B.

De afbouw van de salderingsregeling geldt straks voor iedereen. Dus of je nu al een tijdje zonnepanelen hebt, of ze dit jaar nog gaat kopen.

Nu kun je nog 100% salderen. 

Stel, je neemt 3.000 kWh stroom af. En via je zonnepanelen wek je ook 3.000 kWh op. Hiervan gebruik je zelf direct 1.000 kWh. Het overige deel (2.000 kWh) koop je van je energieleverancier. Laten we uitgaan van €0,24 per kWh en een teruglevertarief van €0,07 per kWh.
Bij 100% salderen, streep je 2.000 kWh opgewekte stroom weg tegen de 2.000 kWh die je hebt afgenomen. Je opgewekte stroom is 2.000 kWh x €0,24 = €480 waard.  

In 2025 mag je nog 73% salderen.

We gaan uit van dezelfde cijfers als hierboven. Je neemt 2.000 kWh stroom af. Dat komt neer op 2.000 kWh x €0,24 = €480. Je levert 2.000 kWh terug. Hiervan mag je 73% salderen. Dat is 1460 kWh x €0,24 = €350,40. Voor de overige 27% krijg je een terugleververgoeding van €37,80 (540 x €0,07). 

Je opgewekte stroom is €350,40 + €37,80 = €388,20 waard. Dat is €91,80 minder dan bij 100% salderen. Maar je bent alsnog €388,20 goedkoper uit dan zonder zonnepanelen.

In 2030 mag je voor het laatst 28% salderen. Daarna is het klaar. 

In dit voorbeeld gaan we uit van 0% salderen. Je betaalt 2.000 kWh x €0,24 = €480 voor de stroom die je afneemt. Voor de 2.000 kWh die je teruglevert, krijg je €140 (2.000 kWh x €0,07). 

Je opgewekte stroom is nog €140 waard. Dat is €248,20 minder dan in 2025. En €340 minder dan bij 100% salderen.

Kun je niet meer (flink) salderen, dan lijken zonnepanelen minder interessant. Want je krijgt minder geld voor je zonne-energie. Het is dan belangrijker om je opgewekte stroom zoveel mogelijk zelf te gebruiken. Want wat je zelf verbruikt, hoef je niet te kopen. Zo blijven je zonnepanelen een slimme investering. Zeker nu de energieprijzen zo hoog zijn en dat waarschijnlijk (voorlopig) wel blijven.

Milieu Centraal zocht het uit. Gemiddeld verbruiken we zo’n 30% zelf. Schroef je dat zelf op naar 40%, door goed op te letten wanneer je apparaten laat draaien? Dan is de winst vergelijkbaar met een spaarrente van 4,2%. Dat is een stuk meer dan je spaargeld laten staan tegen 0% rente bij de bank. En goed voor het milieu!