Voor het eerst in bijna een jaar lieten aandelenkoersen in september een duidelijke daling zien. Toch bleef de impact daarvan over het hele derde kwartaal beperkt. Ook de marktrentes veranderden over die periode vrijwel niet. Terwijl economen er nog steeds van uitgaan dat de wereldeconomie dit jaar groeit, lijken neerwaartse risico’s toe te nemen. In dit beleggingsbericht blikken we terug én vooruit op de economie.
Het herstel van de wereldeconomie zet nog altijd door. Vooral in ontwikkelde landen neemt het aantal besmettingen en coronarestricties af. Economen gaan dit jaar nog steeds uit van een groei van de wereldeconomie ten opzichte van vorig jaar. Welke impact neerwaartse risico’s hebben op dat scenario? Daar gaan we later in dit bericht op in.
De inflatie is de afgelopen maanden sterk opgelopen: in de VS naar 5,3% en in de EU naar 3,4% ten opzichte van vorig jaar. De afgelopen jaren lagen die cijfers tussen de 0% en 2%. Deze stijging lijkt nog steeds tijdelijk van aard. Maar waar komt de stijging vandaan? Dit heeft vooral te maken met een aantal cyclische factoren:
Voor een hoge inflatie op lange termijn is een zogenoemde loon-prijsspiraal noodzakelijk. In zo’n geval leiden hogere prijzen tot hogere lonen, die weer tot hogere prijzen leiden. Dit zien we nu nog niet gebeuren.
Opkomende markten lijken in het algemeen kwetsbaar. Vaccinatiegraden zijn nog laag en centrale banken en overheden zijn minder goed in staat om economieën te steunen. Dit heeft ervoor gezorgd dat het economisch herstel daar minder snel gaat. Ook kunnen nieuwe varianten van het coronavirus hierdoor makkelijker ontstaan, met mogelijke nieuwe restricties en in het ergste geval lockdowns als gevolg. Kan dit impact hebben op ontwikkelde landen? Ja, want veel internationale handel- en productieketens lopen door opkomende markten, met name door Azië.
Daarnaast zijn opkomende markten gevoelig voor het rentebeleid van de VS. Stijgt de rente in de VS onverwacht hard? Dan kan kapitaal wegvloeien uit opkomende markten omdat het renteverschil tussen de twee gebieden kleiner wordt. Als kapitaal wegvloeit, leidt dat onder andere tot een waardedaling van de lokale munt. En dát kan (lokaal) leiden tot een financiële crisis omdat sommige opkomende markten aanzienlijke schulden hebben in buitenlandse valuta. Denk bijvoorbeeld aan Turkije, Argentinië en Indonesië.
Over het hele derde kwartaal gemeten, waren de rendementen op aandelenbeurzen licht positief. Al verschilde dit wel per regio. Lange rentes, en daarmee rendementen op obligatiemarkten, zijn zo goed als onveranderd gebleven over diezelfde periode. Toch waren er tussentijds wel sterke koersbewegingen, zowel bij aandelen als obligaties.
Na een lange periode van vrijwel continu stijgende aandelenkoersen, daalden de koersen op de meeste aandelenbeurzen in september. Deze draai in het beurssentiment was niet alleen het gevolg van hogere rentes. Ook de problemen bij de Chinese vastgoedontwikkelaar Evergrande (zie Vooruitblik) hadden hier invloed op. De grootste klap in dit derde kwartaal kwam dan ook voor opkomende markten (-6%), met name gedreven door de daling op de Chinese beurs. De rendementen op de Amerikaanse- (+3%) en de Europese aandelenbeurzen (+1%) waren licht positief.
In de eerste helft van het derde kwartaal daalden de marktrentes in zowel Europa als in de VS met zo’n 0,25%. Dit beeld keerde om in de tweede helft. Daardoor bleef het totale effect op de staatsobligatiekoersen beperkt. Ook de rendementen op bedrijfsobligaties waren zo goed als vlak. De relatief risicovollere high yield-obligaties presteerden iets beter dan de relatief veiligere bedrijfsobligaties. Europese staatsobligaties zijn tot nu toe de slechtst presterende beleggingscategorie van 2021. Dat komt omdat de marktrentes nog altijd hoger staan dan aan het begin van dit jaar. De koers van een obligatie beweegt doorgaans in tegengestelde richting van de rente.
Welke impact hebben de bovengenoemde ontwikkelingen op de rendementen van de a.s.r. beleggingsprofielen? Hieronder ziet u de behaalde rendementen.
Behaald rendement beleggingsprofielen het Werknemers Pensioen Q3 2021 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Leeftijd | Defensief | Benchmark | Neutraal | Benchmark | Offensief | Benchmark |
45 jaar | 12,19 % | 11,69 % | 13,95 % | 13,35 % | 15,42 % | 14,93 % |
55 jaar | 5,17 % | 4,78 % | 12,94 % | 12,38 % | 15,42 % | 14,93 % |
65 jaar | - 2,98 % | -3,24 % | - 0,53 % | -0,87 % | 1,12 % | 0,78 % |
Rendementen uit het verleden geven geen zekerheid voor de toekomst. Toch willen we proberen iets meer inzicht te bieden door ook langjarige rendementen van onze beleggingsprofielen te laten zien.
Behaald rendement beleggingsprofielen het Werknemers Pensioen | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
3-jaarsrendementen | 5-jaarsrendementen | |||||
Leeftijd | Defensief | Neutraal | Offensief | Defensief | Neutraal | Offensief |
45 jaar en jonger | 9,84 % | 10,76 % | 11,58 % | 8,70 % | 10,12 % | 11,27 % |
55 jaar | 7,95 % | 10,24 % | 11,58 % | 6,54 % | 9,70 % | 11,27 % |
65 jaar | 5,29 % | 7,00 % | 7,98 % | 2,97 % | 4,88 % | 6,60 % |
Economen gaan nog steeds uit van het herstel van de wereldeconomie. Maar dat scenario lijkt de komende tijd wel meer omgeven door neerwaartse risico’s. Zo kan de coronacrisis weer oplaaien. En we beschreven al de precaire situatie in opkomende landen. Daarnaast zien we nog een aantal risico’s.
Het afschalen van stimuleringsmaatregelen zónder het economisch herstel te beschadigen is een zeer gevoelig proces. Centrale banken en overheden zijn hier in het verleden niet altijd even goed in gebleken.
Vermoedelijk kiezen centrale banken eerder voor een afbouw van hun aankoopprogramma’s van obligaties dan voor een renteverhoging. Voor dat laatste is het economisch herstel namelijk nog te kwetsbaar. Het lijkt dan ook niet waarschijnlijk dat centrale banken op korte termijn zullen ingrijpen via hogere rentes. Maar met (het aankondigen van) alle mogelijke maatregelen is voorzichtigheid vereist om schokkende reacties op financiële markten te voorkomen.
Een ander risico is de mogelijke groeivertraging in China. In september werd het sentiment op de financiële markten in belangrijke mate bepaald door de Chinese vastgoedgigant Evergrande. Dat is de derde grootste vastgoedontwikkelaar in China. Evergrande heeft problemen met het betalen van de rente op haar uitstaande leningen. Het risico hierbij is niet zozeer dat Amerikaanse of Europese beleggers veel in dit bedrijf beleggen. Maar de situatie met Evergrande kan een eerste teken zijn dat de enorme schuldenberg van de Chinese economie haar parten speelt. Dit zou kunnen leiden tot een financiële crisis in China met als gevolg een economische recessie. Aangezien China inmiddels grofweg een vijfde van de wereldeconomie bedraagt, zou dat wereldwijde gevolgen hebben.
De vorm van het economisch herstel, oplopende inflatie én de verwachte afbouw van stimuleringsmaatregelen lijken de belangrijkste thema’s voor aankomend kwartaal. Nu zijn economisch herstel, inflatie en hogere rentes in principe gunstig voor relatief risicovolle beleggingscategorieën, zoals aandelen. Daarentegen zijn ze ongunstig voor staatsobligaties. Wij verwachten dat bedrijfsobligaties, net als aandelen, meer zullen profiteren van het economisch herstel dan staatsobligaties.
Daar staat tegenover dat de vastgoedperikelen in China, achterlopende vaccinatiegraden in opkomende markten én mogelijke afbouw van overheidssteun in ontwikkelde landen kunnen zorgen voor meer volatiliteit op de aandelenmarkten.
Omdat de aandelenprijzen wat gezakt zijn sinds vorig kwartaal, zijn aandelen relatief goedkoper en staatsobligaties duurder. Daarom hebben we bij oplopende inflatie en hogere rentes toch een lichte voorkeur voor aandelen ten opzichte van staatsobligaties. Om die reden blijven we die beleggingscategorie in lichte mate overwegen aankomend kwartaal.
De op deze pagina getoonde rendementsoverzichten zijn met zorg door a.s.r. samengesteld. Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend.