Van aandelen tot obligaties. Waarin kan ik beleggen?

Een aandeel is een stukje van een bedrijf. Als je een aandeel koopt van bedrijf ‘X’ ben je dus een klein beetje eigenaar van dat bedrijf. Je belegt in een onderneming omdat je verwacht dat ze goede resultaten gaat boeken. Of je ondersteunt de bedrijfsfilosofie en je vindt dat ze goede diensten leveren of dingen maken. 

Je kunt als belegger aandelen kopen van bedrijven die aandelen uitgeven op de beurs. Deze bedrijven hebben (een deel van) hun waarde naar de markt gebracht. Beleggers bepalen onderling de waarde van aandelen door vraag en aanbod. Hoe meer vraag naar aandelen van bedrijf X, hoe hoger de waarde. Misschien heb je de aandelen ooit gekocht toen het bedrijf nog niet zo bekend of gewild was en verkoop je ze nu met winst.

Is een aandeel minder populair bij de beleggers, dan is de vraag dus lager en daalt de waarde van het aandeel. Zo kan het gebeuren dat je bij aankoop meer hebt betaald voor een aandeel dan dat je er voor terug hebt gekregen bij de verkoop. Je hebt dan helaas verlies gemaakt als belegger. 

Daarin spelen verschillende factoren een rol. Bijvoorbeeld de prestaties van het bedrijf. Vallen die tegen of zijn de vooruitzichten slecht? Dan zal de vraag naar deze aandelen vaak dalen. Ook de markt waarin het bedrijf zich bevindt is belangrijk. 

Toen de wereld door de coronacrisis op slot ging, namen de aandelen van luchtvaartmaatschappijen een duikvlucht. Beleggers zagen op de korte termijn geen heil in de luchtvaart. Bovendien wist niemand hoe lang de coronapandemie ging duren. De vraag naar deze aandelen nam af en dus kelderde de waarde. Aan de andere kant betekende ons hamstergedrag tijdens de lockdown dat er gouden tijden aanbraken voor supermarkten en online winkels, wat je ook direct terugzag op de beurs. Inmiddels is de winst van veel online winkels weer aan het dalen en hebben alle bedrijven én particulieren last van de hoge energieprijzen door de oorlog in de Oekraïne. Kortom: het is heel lastig om te voorspellen hoe een bedrijf het gaat doen. Beursanalisten hebben er een fulltime baan aan en ook zij zitten er wel eens naast. Als particuliere belegger is het dus extra moeilijk om te bedenken waarin je zou moeten beleggen.

De naam obligatie doet waarschijnlijk wel een belletje rinkelen. Je hoort vaak de term staatsobligatie, maar er zijn ook bedrijfsobligaties. Een obligatie is eigenlijk niets meer dan een schuldpapier, een lening dus. Als je een obligatie koopt, leen je geld aan een bedrijf of staat. Jij krijgt voor je obligatie een vaste rente terug die je bij de aankoop hebt afgesproken.

 Wie een staatsobligatie koopt, verschaft een lening aan de overheid. Staatsobligaties hebben een lager risico dan aandelen. Het komt zelden voor dat een land de lening niet terug kan betalen. Een bedrijfsobligatie wordt uitgegeven door een bedrijf dat op zoek is naar kapitaal. Het risico dat je je geld niet of deels terugkrijgt is bij een bedrijfsobligatie wat hoger dan bij een staatsobligatie, maar wel véél lager dan als je aandelen van een bedrijf koopt.

Een beleggingsfonds is een mix van bijvoorbeeld allerlei aandelen, obligaties en/of ETF’s. Door in een beleggingsfonds te beleggen, beleg je in één klap in verschillende regio’s of markten. Er bestaan verschillende soorten beleggingsfondsen. Naast aandelenfondsen en obligatiefondsen zijn er ook mixfondsen. Deze fondsen bestaan uit een mix van onderliggende beleggingscategorieën. Beleggingsfondsen worden samengesteld door beleggingsexperts die voor een fondsbeheerder werken. Je belegt dus gespreid en laat de belangrijke keuzes over aan mensen met kennis van zaken. Uiteraard is dat niet gratis. Als belegger in een beleggingsfonds betaal je een servicefee aan de fondsbeheerder. Je maakt zelf wel de keuze hoeveel en hoe lang je belegt in dat beleggingsfonds, dat bepalen de fondsbeheerders niet voor jou.

Dit is een herpublicatie van een blog uit oktober 2021. De inhoud is geactualiseerd door de veranderde economische situatie.