Per 1 januari 2018 is de pensioenrichtleeftijd verhoogd van 67 jaar naar 68 jaar. Wil je weten wat er is veranderd en wat dit betekent? Hieronder volgt een overzicht.
De AOW-gerechtigde leeftijd stijgt jaarlijks stapsgewijs naar 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021. Vanaf 2022 is de AOW-gerechtigde leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. Dat heeft tot gevolg dat in 2022 de AOW-leeftijd 67 jaar en 3 maanden wordt.
Iedere pensioenregeling kent een pensioenrichtleeftijd. De pensioenopbouw is afgestemd op deze leeftijd. De pensioenrichtleeftijd staat dus los van de AOW-gerechtigde leeftijd.
a.s.r. kiest ervoor om de pensioenregelingen om te zetten naar een pensioenrichtleeftijd van 68 jaar, om te voorkomen dat deelnemers in de tussentijd onverzekerd zijn en de pensioenopbouw stopt vóórdat zij de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt.
De deelnemer heeft zelf de keuze om de pensioendatum te vervroegen of uit te stellen. De pensioendatum kan vanaf 1 januari 2018 liggen tussen vijf jaar voor en vijf jaar na de AOW-gerechtigde leeftijd, ongeacht of er wordt doorgewerkt of niet.
Wanneer in de pensioenregeling de mogelijkheid bestaat om ook vóór die datum te vervroegen, dan blijft die mogelijkheid bestaan, op voorwaarde dat er gestopt wordt met werken.
Prepensioenregelingen of regelingen voor een tijdelijk overbruggingspensioen worden niet aangepast naar een pensioenrichtleeftijd van 68 jaar.
Indien de pensioenregeling op 1 januari 2018 niet zou voldoen aan de nieuwe fiscale grenzen, vervalt de omkeerregeling. Dat zou betekenen dat over alle pensioenaanspraken van de deelnemer loonbelasting betaald moet worden. Om dat te voorkomen, hebben wij alle pensioenregelingen getoetst aan de fiscale grenzen die vanaf 1 januari 2018 gelden. Als je meerdere pensioenregelingen bij a.s.r. hebt, toetsen we al deze pensioenregelingen.
Vanaf 1 januari 2018 hebben alle beschikbare premieregelingen, waaronder het Werknemers Pensioen, een pensioenrichtleeftijd van 68 jaar gekregen.
De premie die de werkgever maximaal beschikbaar mag stellen voor pensioen is vastgelegd in beschikbare premiestaffels. Deze staffels zijn opgesteld en bekendgemaakt door de Belastingdienst. De Belastingdienst heeft per 1 januari 2018 de fiscaal maximale premiestaffels aangepast. Lees meer over deze premiestaffels.
Uitgangspunt bij aanpassing van de pensioenregelingen is dat de beschikbare premiepercentages zoveel mogelijk ongewijzigd blijven. Alleen als de beschikbare premiepercentages fiscaal bovenmatig zijn is, passen wij de hoogte van de percentages aan.
De Belastingdienst biedt de mogelijkheid om gebruik te maken van de marktrentestaffels naast de staffels met een 4% of 3% rekenrente. Die marktrentestaffels leiden tot hogere premiepercentages. Zijn de beschikbare premiepercentages:
Voor het toezeggen van een beschikbare premie die hoger is dan de fiscale 4%-staffel moet a.s.r. van de Belastingdienst een ‘eventtoets’ uitvoeren. Met deze toets kunnen wij beoordelen of de hoogte van het pensioen al dan niet uitkomt boven het fiscaal maximaal pensioen. De eventtoets is veranderd per 1 januari 2018 op een aantal punten.
Voortaan vindt de toets nog maar op twee momenten plaats, namelijk:
Komt het pensioen op het toetsmoment boven het financieel maximum uit, dan wordt het deel dat boven het maximum uitkomt afgekocht. Na 1 januari 2018 gaat deze afkoopwaarde naar de werkgever in plaats van naar de pensioenuitvoerder. Dit geldt ook voor pensioenregelingen die vóór 1 januari 2018 al te maken hadden met de eventtoets. Wanneer je de afkoopwaarde van dit overschot niet wilt ontvangen -bijvoorbeeld vanwege IFRS-regels- dan kun je dit aan ons doorgeven. Overigens is op dit moment de kans klein dat het pensioen boven het fiscaal maximaal pensioen uitkomt gezien de lage marktrente.
De hoogte van de beschikbare premie van een eventuele netto pensioenregeling is niet meegenomen in deze eventtoets.
Sommige pensioenregelingen bieden de deelnemers de mogelijkheid om vrijwillig een extra bijdrage te storten als een aanvulling op het basispensioen. Dit heet ‘bijsparen’. Door de wijziging van de fiscale grenzen voor pensioenregelingen verandert ook de maximale bijspaarruimte. Wellicht moet of wil de deelnemer zijn bijdrage aanpassen. Het is van belang om te weten onder welk fiscaal regime de beschikbare premie per 1 januari 2018 valt.
Over de beschikbare premiepercentages is meer informatie te vinden onder ‘Hoogte premiepercentages alleen aangepast wanneer fiscaal noodzakelijk’. De deelnemer kan de ruimte om bij te sparen gebruiken die hoort bij de bijbehorende fiscale staffel 2018.
Vanaf 1 januari 2018 is ook de pensioenrichtleeftijd van de Netto pensioenregeling verhoogd naar 68 jaar.
a.s.r. toetst alle beschikbare premiepercentages aan de fiscale staffels.
De stijging van de pensioenrichtleeftijd betekent dat de tarieftabellen voor de uitvoeringsovereenkomst herrekend zijn naar de leeftijd van 68 jaar. Door de stijging van de pensioenleeftijd wordt er langer premie betaald.
Voor de meeste pensioenregelingen geldt dat de hoogte van de beschikbare premie tot de huidige pensioenrichtleeftijd niet is veranderd. De werkgever betaalt vanaf 2018 wel langer premie voor zijn werknemers, namelijk tot zij (maximaal) 68 jaar zijn. In sommige pensioenregelingen is de beschikbare premie verlaagd. In de brief die je hebt ontvangen kun je lezen wat van toepassing is op je pensioenregeling.
De verhoging van de pensioenrichtleeftijd heeft geen invloed op de opbouwpercentages van het partner- en wezenpensioen. Door de extra diensttijd vanwege de verhoging van de pensioenrichtleeftijd naar 68 jaar worden de aanspraken wel hoger.
De premie voor het partner- en wezenpensioen wordt iets hoger. Het verzekerde bedrag voor het partner- en wezenpensioen wordt namelijk hoger door de extra toekomstige dienstjaren. Ook hebben de werknemers langer recht op dekking.
Vanaf 1 januari 2018 is het mogelijk om binnen de beschikbare premieregelingen gebruik te maken van één franchise voor zowel de beschikbare premie als voor het partner- en wezenpensioen. Het gebruik van één franchise is uitsluitend toegestaan als er geen ‘knipbedragen’ voor het partner- en wezenpensioen zijn toegekend. Een knipbedrag houdt in dat een extra partner- en wezenpensioen verzekerd is om een fiscale aanpassing over verstreken dienstjaren niet door te voeren.
Dit betekent dat de franchises in de pensioenregelingen zijn aangepast als er sprake is van één fiscaal minimale franchise voor zowel de beschikbare premie als voor het partner- en wezenpensioen. Vanaf 1 januari 2018 is dus ook in deze pensioenregelingen rekening gehouden met twee verschillende franchises, namelijk één voor de beschikbare premie en een hogere eindloonfranchise voor het partner- en wezenpensioen.
De franchises in alle andere pensioenregelingen blijven ongewijzigd.
Per 1 januari 2018 gebruiken wij voor de franchise de peilmaand januari. Kent de pensioenregeling momenteel een andere peilmaand? Dan hebben wij de peildatum voor de franchise in de pensioenregeling op 1 januari 2018 aangepast naar de maand januari. Dat betekent dat we voortaan de hoogte van de franchise op 1 januari aanpassen om zo aan te sluiten bij het fiscale kader zoals dat geldt op 1 januari 2018. Dit betekent niet dat we dan ook het pensioengevend salaris van de deelnemer aanpassen. Dat hangt af van wat in de pensioenregeling is afgesproken. Het kan dus zijn dat we de franchise op 1 januari hebben aangepast en het pensioengevend salaris op een andere datum.
Vanaf 1 januari 2018 hebben alle middel- en eindloonregelingen een pensioenrichtleeftijd van 68 jaar gekregen.
Vanaf 1 januari 2018 hebben alle premiebetalende uitkeringsovereenkomsten een pensioenrichtleeftijd van 68 jaar gekregen.
De pensioenaanspraken die zijn opgebouwd vóór 1 januari 2018 behouden de oorspronkelijke pensioenrichtleeftijd.
De opbouwpercentages in de pensioenregeling blijven onveranderd bij een pensioenrichtleeftijd van 68 jaar.
Het verhogen van de pensioenrichtleeftijd betekent wel dat er langer pensioen wordt opgebouwd. De te bereiken en te verzekeren pensioenen worden daardoor hoger.
De stijging van de pensioenrichtleeftijd betekent dat de tarieftabellen voor de uitvoeringsovereenkomst herrekend worden naar de leeftijd van 68 jaar.
De premie voor het ouderdomspensioen daalt iets, omdat het ouderdomspensioen later tot uitkering komt. Door de stijging van de pensioenrichtleeftijd wordt wel langer premie betaald. Hierin is de eventuele stijging van de premie voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid meegenomen. Of dit ook het geval is hangt af van de huidige pensioenrichtleeftijd en het tarief. Of dat voor jouw pensioenregeling het geval is, is te lezen in de brief die je hebt ontvangen.
De premie voor het partner- en wezenpensioen wordt iets hoger. De premie voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid kan stijgen. Dit komt omdat deze vrijstelling straks langer doorloopt.
Per 1 januari 2018 gebruiken wij voor de franchise de peilmaand januari. Kent de pensioenregeling momenteel een andere peilmaand? Dan hebben de peildatum voor de franchise in de pensioenregeling per 1 januari 2018 aangepast naar de maand januari. Dat betekent dat we de hoogte van de franchise per 1 januari hebben aangepast om zo aan te sluiten bij het fiscale kader zoals dat geldt per 1 januari 2018. Dit betekent niet dat we dan ook het pensioengevend salaris van de deelnemer aanpassen. Dat hangt af van wat in de pensioenregeling is afgesproken. Het kan dus zijn dat we de franchise per 1 januari hebben aangepast en het pensioengevend salaris per een andere datum.
Per 1 januari 2018 hebben Anw-pensioenregelingen een pensioenrichtleeftijd van 68 jaar gekregen. Dit betekent dat de deelnemer aan deze pensioenregeling verzekerd is tot maximaal 68 jaar. Heeft de deelnemer een Anw-pensioen dat we uitkeren tot de AOW-leeftijd van de partner, met een maximum van 67 jaar? Dan is dit maximum verhoogd naar 68 jaar.
Heeft de deelnemer een Anw-pensioen dat we uitkeren tot de AOW-leeftijd van de partner, met een maximum van 70 jaar? Dan is dit niet veranderd.
Per 1 januari 2018 hebben regelingen met een arbeidsongeschiktheidspensioen een pensioenrichtleeftijd van 68 jaar gekregen. Door de verhoging van de pensioenrichtleeftijd loopt de dekking langer door en zal de premie daardoor stijgen.
Voor zover mogelijk toetsen we ook de pensioenregelingen van de directeur-grootaandeelhouders. Door de grote variëteit aan regelingen is het niet mogelijk om deze allemaal op de website te vermelden. De werkgevers hebben een op maat gemaakte brief ontvangen.
De pensioenregelingen van De Amersfoortse worden niet aangepast aan het nieuwe fiscale kader. De Amersfoortse biedt relaties met premiebetalende regelingen een nieuwe pensioenregeling bij a.s.r. aan.
Blijf onze website in de gaten houden voor informatie over de wettelijke wijzigingen en de wijzigingen in onze producten per 1 januari 2018. Heb je vragen, neem dan contact op met de adviseur of met je contactpersoon bij a.s.r.