“Als boer werkte mijn vader hard. Mijn moeder was er vooral voor ons, maar werkte ook mee in het bedrijf. Dat deden mijn tweelingbroer en ik vanaf jongs af aan ook, dat was normaal. We kregen zakgeld en konden extra geld verdienen door klusjes op de boerderij te doen, zoals het gras maaien of de kalfjes voeren. Wat we er precies voor kregen weet ik niet meer, maar ik stopte het allemaal direct in m’n spaarpot. Ik spaarde als een gek. Omdat ik heel goed wist hoeveel kilometers gras ik er voor had moeten maaien, dacht ik wel drie keer na voordat ik het uitgaf.”