Wil je aan de slag met amplitief omdenken op de werkvloer? Hieronder vind je een lijst met voorbeelden die je vandaag al kan toepassen.
1. Van functioneringsgesprekken naar ontwikkelgesprekken
Door de focus van ‘functioneren’ te verleggen naar ‘ontwikkelen’, richt je je automatisch op de toekomst. Hoe iemand in het verleden functioneerde, is immers niet meer te veranderen. Belangrijker is om vooruit te kijken, je af te vragen wat iemand nog wil leren en hoe je er als werkgever voor zorgt dat diegene nog meer werkgeluk ervaart.
2. Van functieprofielen naar talentprofielen
In een functieprofiel staan taken en verantwoordelijkheden van werknemers vaak muurvast. Een talentprofiel wordt daarentegen gevormd door de persoonlijkheidskenmerken van een medewerker en de taken die daarbij passen. Medewerkers kunnen zo’n talentprofiel dan ook grotendeels zelf invullen (jobcrafting), zolang ze maar een waardevolle bijdrage leveren aan het afgesproken resultaat. Talentprofielen maken je organisatie wendbaarder en geven werknemers meer autonomie en vertrouwen.
3. Van verzuimgesprekken naar gezondheidsgesprekken
Verzuimgesprekken richten zich doorgaans op mensen die zich ziek hebben gemeld. Met zo’n gesprek kijk je waarom iemand ziek is en hoe diegene zo snel mogelijk weer aan de slag kan. Met gezondheidsgesprekken richt je je op alle medewerkers, in plaats van alleen op medewerkers die ziek zijn of om een andere reden niet kunnen werken. Deze manier van amplitief omdenken helpt je om risico’s in kaart te brengen, iedereen gezonder te maken en verzuim daarmee zoveel mogelijk te voorkomen.
Lees ook: Zo bevordert Visma | Raet de vitaliteit van haar medewerkers
4. Van exitgesprekken naar blijfgesprekken
Wil je talent behouden? Dan is het belangrijk om tijdens het dienstverband met werknemers in gesprek te gaan en niet alleen wanneer ze vertrekken. Waarom willen jouw medewerkers voor je werken? En wat maakt ze gelukkig? Dit zijn voorbeeldvragen die je tijdens een blijfgesprek stelt om waardevolle werknemers aan je organisatie te binden.
5. Van vergrijzing naar verzilvering
In de praktijk vergeten we vaak dat 50-plussers nog 17 jaar moeten werken tot hun pensioenleeftijd. Zij hebben dus nog voldoende tijd om zich te ontwikkelen. Bovendien is de werkervaring en kennis van een oudere generatie heel belangrijk voor de balans in een bedrijf. Beschouw je oudere werknemers daarom ook als volwaardig door te spreken van ‘verzilvering’ in plaats van ‘vergrijzing’.
6. Van werkdrukplan naar werkenergieplan
In een werkdrukplan omschrijf je wat de werkdruk is. Vaak zijn dit factoren waardoor de medewerker stress ervaart. Het heeft dus een negatieve lading. Bij amplitie draai je het negatieve woord ‘druk’ om naar het positieve woord ‘energie’. Met een werkenergieplan breng je in kaart op welke manier mensen energie uit hun werk halen hoe je dat nog meer kunt versterken.