Hoeveel een studie kost hangt af van verschillende factoren. Zo is het lesgeld voor een mbo-opleiding € 1.202 en voor een hbo- en wo-opleiding € 2.143. Daarnaast zijn er andere kostenposten waar je rekening mee kan houden, zoals vervoerskosten en een studentenkamer voor uitwonende studenten. In dit blog vertelt Karin Radstaak, woordvoerder bij het Nibud, je wat studeren kost en hoe je hier een financiële bijdrage kunt leveren als ouder.
Krijg binnen 10 minuten inzicht in je financiële situatie, nu én later. En zet je eerste stap vooruit.
Zodra je kind klaar is met de middelbare school, gaat zij of hij waarschijnlijk studeren. In een ideale wereld heb je daar al geld voor gespaard. En kun je je kind verblijden met voldoende studiebudget. Hoeveel zou er dan in dat spaarpotje moeten zitten? Spoiler alert: een concreet studiebudget noemen kan Karin niet. Wat studeren kost is namelijk afhankelijk van verschillende factoren.
Ook al is er geen vastgesteld bedrag dat als ‘voldoende studiebudget’ telt, er zijn wel enkele richtlijnen voor kostenposten. Zoals dat een uitwonende student elke maand gemiddeld € 1.000 uitgeeft. Een thuiswonende student heeft daarentegen ongeveer € 600 nodig om van te leven. Een flink verschil. “Logisch, als je bedenkt dat de grootste kostenposten de huur voor een studentenkamer en boodschappen zijn”, aldus Karin. “Precies die dingen waar een thuiswonende student meestal niet mee te maken heeft.”
Misschien wel de belangrijkste vraag, want op kamers wonen is prijzig. Studenten geven gemiddeld € 417 (inclusief gas, water en licht) uit aan een studentenkamer. Karin: “Door de aanhoudende vraag worden studentenkamers alleen maar duurder. Je zou denken dat huurprijzen in deze coronatijd dalen doordat er minder buitenlandse studenten zijn. Maar dat is niet zo. Ik zie dat in populaire studentensteden tientallen euro’s meer voor een studentenkamer worden gevraagd.” Studenten die thuis blijven wonen gaan trouwens niet helemaal ‘vrijuit’. Zij betalen gemiddeld € 131 kostgeld.
Zoals gezegd zijn boodschappen (samen met de huur van een studentenkamer) voor uitwonende studenten de grootste kostenposten. Elke maand is een student gemiddeld een kleine € 200 aan kwijt aan boodschappen. Het scheelt als je kind niet vies is van B-merken, 35%-kortingstickers en bonusvoordeel. Dan kun je de kosten voor boodschappen enigszins drukken.
Hoeveel kost een studie zelf? Dat is afhankelijk van de opleiding. Voor dit studiejaar bedraagt het collegegeld voor het hoger onderwijs € 2.143. Het lesgeld voor een mbo-opleiding is € 1.202. “Hbo- en wo-studenten hoeven het eerste jaar maar de helft van het collegegeld te betalen,” legt Karin uit. “Voor het mbo geldt dat niet. Als een mbo-student nog geen 18 is aan de start van de studie, kent het eerste jaar geen lesgeld.”
Nog een verschil: de mbo-opleiding duurt drie jaar, terwijl een hbo-opleiding en wo-opleiding vier jaar duren. De rekensom leert dus dat een vierjarige hbo- en wo-opleiding €7.500 (3,5 * € 2.143) aan collegegeld kost, en een driejarige mbo-opleiding neerkomt op € 3.606 lesgeld (3 * € 1.202). Zonder vertraging. En dan zit er nog geen studieboek in de tas.”
“Een student geeft gemiddeld € 64 per maand uit aan studieboeken. Daarnaast moeten studenten een zorgverzekering afsluiten – maandelijks gemiddeld € 107. Ook is vervoer een flinke kostenpost voor studenten: zelfs naast de OV-kaart geven ze daar elke maand € 73 aan uit. Maar de grootste post voor overige kosten is ‘ontspanning, uitgaan en sport’: € 148 per maand. En daarnaast zijn er nog de uitgaven aan kleding en schoenen (€ 51) en de telefoon (€ 25).” Snel rekensommetje: gemiddeld € 468 per maand aan overige kosten.
“Dat iemand direct voor de juiste studie kiest valt te hopen,” glimlacht Karin. “Want als blijkt dat het niet de juiste studie is, is switchen van opleiding vaak de volgende stap. Met de nodige studievertraging tot gevolg. En dus: zomaar één of twee jaar extra collegegeld.”
Karin: “Studenten mogen in 2020 zoveel bijverdienen als ze willen, zonder dat het gevolgen heeft voor hun lening of studiefinanciering. Een bijbaantje kan al snel een paar honderd euro per maand opleveren.”
“Zo’n 58 % van de ouders ondersteunen hun studerende kind financieel. Niet verrassend: kinderen die niet thuis wonen krijgen meer dan kinderen die thuis blijven wonen. Zo krijgen uitwonende studenten elke maand € 216 van hun ouders, tegenover € 82 die thuiswonende studenten van hun ouders toegeschoven krijgen.”
Hoe je het ook wendt of keert, een studerend kind brengt flink wat kosten met zich mee. Het Nibud wil studenten bewustmaken van de financiële mogelijkheden die ze hebben. Karin: “Wij geven studenten advies in hoe ze zaken het best aan kunnen pakken. Zo weten studenten niet altijd dat ze zorgtoeslag kunnen aanvragen, net zomin dat ze misschien in aanmerking komen voor een aanvullende beurs.
Ons doel is om studenten te laten zien welke mogelijkheden ze hebben om een inkomen te verkrijgen dat in balans is met hun uitgaven, zonder dat ze daarmee een hogere studieschuld bij DUO oplopen dan noodzakelijk is."
Bekijk hier ons handige stappenplan voor alle zaken die je moet regelen als je 18 jaar wordt.
Wil je een bijdrage leveren aan de studie van je kind? Dan kun je niet vroeg genoeg beginnen met geld sparen. Stel dat je vanaf het moment dat je kind geboren is elke maand € 50 spaart. Als je dat netjes volhoudt, heb je op haar of zijn achttiende verjaardag € 10.800 bij elkaar gespaard. Ook kun je kiezen voor beleggen. Het kan een manier zijn om sneller bij je doelbedrag te komen, omdat beleggen je meer rendement op kan leveren dan sparen. Houd er rekening mee dat beleggen wel risico's met zich meebrengt; je inleg kan minder waard worden.
Dit blog is eerder gepubliceerd op 25 september 2020.